-
1 doorsteekbox
• break-out box -
2 doorsteekketen
• break-out chain -
3 losbarsten
3 [losgaan, breken] burst/break (loose)♦voorbeelden: -
4 losbreken
-
5 uitbreken
♦voorbeelden:er is brand/een epidemie uitgebroken • a fire/epidemic has broken outeen muur uitbreken • knock down (a part of) a wallbij het uitbreken van de oorlog • at/on the outbreak of the warbreek er eens een dagje uit • take a day off -
6 openbreken
v. break out, burst, prise, jimmy -
7 in snikken uitbarsten
in snikken uitbarstenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in snikken uitbarsten
-
8 oproer maken/verwekken
oproer maken/verwekkenbreak out in/raise revoltVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > oproer maken/verwekken
-
9 oproer
-
10 snik
snik1〈de〉1 [hijgende ademtocht] gasp2 [schokkende beweging bij het huilen] sob♦voorbeelden:tot aan zijn laatste snik • to his dying day————————snik2♦voorbeelden:¶ niet goed snik • cracked, off one's rocker -
11 breken
1 [in stukken vaneenscheiden; een breuk doen oplopen] break ⇒ 〈 medicijnen, geneeskunde ook〉 fracture2 [een einde maken aan] break3 [van een geheel scheiden] break♦voorbeelden:vaatwerk/zijn been breken • break crockery, break/fracture one's legiets in tweeën breken • break something in two/in halftovermacht/verzet breken • break a spell/resistance3 er een uurtje uit breken • take an hour's break, break (off) for an hour2 [een doorgang/scheiding forceren] break♦voorbeelden:2 door/uit iets breken • break through/out of something -
12 uitlopen
6 [sport] [een voorsprong nemen] draw ahead (of)7 [meer tijd in beslag nemen] overrun its/one's time9 [met betrekking tot schoeisel] be worn/broken in13 [sport] [door te lopen zich ontspannen] run easy (to recover)♦voorbeelden:dat loopt hier maar in en uit • you would think they lived here2 een auto laten uitlopen • let a car slow down, bring a car to a haltdit straatje loopt op de markt uit • this alley leads (on) to the market placedat loopt op niets/een mislukking uit • that will come to nothing/end in failuredie ruzie liep uit op een gevecht • the quarrel ended in a fight8 wijd uitlopende broekspijpen • flares, bell-bottoms12 uitgelopen oogschaduw • smeared/smudged eye shadowde verf is uitgelopen • the paint has run (out)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [ten einde lopen] finish2 [groter maken] walk/wear/break in♦voorbeelden:2 schoenen uitlopen • walk/break in shoes -
13 uitmaken
6 [blussen] put out♦voorbeelden:een belangrijk deel van de kosten uitmaken • form/represent a large part of the cost3 het maakt mij niet(s) uit • it is all the same to me, I don't carewat maakt dat uit? • what does that matter?, what difference does it make?weinig uitmaken • make little differencedat maakt hij toch niet uit • that's not for him to decideik kan niet uitmaken wat daar staat • I cannot make out what it saysdat maak ik zelf nog uit • I'll be the judge of thatdat moeten ze onder elkaar maar uitmaken • they'll have to sort that out among themselvesiemand uitmaken voor al wat lelijk is • call someone all the names under the sun -
14 springen
2 [het lichaam ruksgewijze opheffen] jump3 [met betrekking tot zaken, zich met een ruk verplaatsen] leap, jump5 [uiteengedreven worden, barsten] 〈 ketel, kruitvat〉 burst, explode ⇒ 〈 brug, rots, mijn〉 blast, 〈 ballonnetje〉 pop6 [scheuren krijgen] crack7 [uitsteken] jut out8 [bankroet gaan] break♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 je kunt hoog of laag springen, het moet toch gebeuren • whether you like it or not, it's got to happenhoog/ver/omlaag springen • jump high/far/downop de fiets springen • hop/jump/leap on the bicycleover een sloot springen • leap a ditchmijn paard springt 1.080 m • my horse clears 1.80 m〈 figuurlijk〉 zitten te springen om iets • be bursting/dying for somethingeen snaar/het glas is gesprongen • a string has snapped, the glass has cracked〈 figuurlijk〉 op springen staan • 〈 boos zijn〉 be about to explode; 〈 grote haast hebben〉 be in a terrible rush; 〈 nodig naar de wc moeten〉 be burstingde achterkamer springt iets naar buiten/binnen • the backroom juts out/in(wards) a littlede zaak staat op springen • the company's on the verge of bankruptcy -
15 doorbreken
doorbreken♦voorbeelden:1 het gezwel brak door • the swelling burst/ruptureddoorgebroken kamers • open-plan roomsde zon zal spoedig doorbreken • the sun will break through soonII 〈 overgankelijk werkwoord〉————————doorbreken♦voorbeelden: -
16 ontsnappen
1 [ontkomen] escape (from)2 [met betrekking tot gevangenschap] escape ⇒ get away/out4 [naar buiten dringen] escape6 [sport] [een voorsprong nemen] pull/break away (from)♦voorbeelden:aan een controle ontsnappen • escape inspectionaan een gevaar ontsnappen • escape from a dangeraan de dood ontsnappen • escape deather is een leeuw uit de dierentuin ontsnapt • a lion from the zoo is at large/on the looseeen ontsnapte (gevangene) • an escaper/escapee -
17 uit
uit1I 〈 bijwoord〉1 [met betrekking tot een richting naar buiten] out2 [met betrekking tot een bestemming/beweging] 〈zie voorbeelden 2〉3 [met betrekking tot het doorlopen van een tijdruimte] out4 [+ er/daar] 〈zie voorbeelden 4〉♦voorbeelden:uit eten gaan • go out for dinnerAjax speelt volgende week uit • Ajax are playing away next weekuit werken gaan • go (out) to work2 moet je ook die kant uit? • are you going that way, too?voor zich uit zitten kijken • sit staring into space3 dag in, dag uit • day in, day out4 ik ben er uit • 〈 ik heb het opgelost〉 I've solved that problem; 〈 ik begrijp het helemaal〉 I'm in the picture nowik zou er graag eens uit willen • I would like to get away for a whilede aankoop heb je er na een jaar uit • the purchase will save its cost in a year¶ ik kan er niet over uit • I can't believe it/get over itII 〈bijvoeglijk naamwoord; niet attributief〉2 [afgelopen] over3 [niet brandend] (gone) out5 [ouderwets] out6 [verschenen, gepubliceerd] out7 [in bloei] out♦voorbeelden:de bal is uit • the ball is outdie vlek gaat er niet uit • that stain won't come outuit, goed voor u! • get away from it all!het is uit tussen hen • it is finished between themen nou is 't uit! • this has got to stop!het is uit met de pret • the game is over nowik doe het niet, punt uit! • I won't do it, and that's final!de lamp is uit • the light is out/off4 op iets uit zijn • be out for/after somethinghij is er alleen maar op uit om te winnen • his sole aim is to win————————uit2〈 voorzetsel〉2 [verwijderd van] off3 [te buiten, te boven gaand] out of4 [afkomstig van, door middel van] (out) of♦voorbeelden:uit het raam kijken • look out of the windoween speler uit het veld sturen • order a player off (the field)ik kan de tweeling niet uit elkaar houden • I can't tell which of the twins is which/the twins apartuit elkaar vallen • break to piecesuit één stuk • (all) of a piecekiezen uit drie mogelijkheden • choose from three possibilitieséén uit de twintig/duizend • one in twenty/a thousand5 uit bewondering • out of/in admirationuit betrouwbare bron is vernomen • we have it on good authorityzij trouwden uit liefde • they married for loveuit veiligheidsoverwegingen • for safety('s sake)uit voorzorg • by way of precaution -
18 uitgaan
2 [van huis gaan om zich te vermaken] go out3 [doven] go out7 [+ van] [georganiseerd worden] be organized/staged/produced by, originate (with/in)♦voorbeelden:1 het huis/de deur uitgaan • leave/stir from the housede kamer uitgaan • leave the roomerop uitgaan om klanten te werven • set out to canvass customersop ontdekking uitgaan • explore, set out on a voyage of discoverymet een meisje uitgaan • go out with a girl, take a girl out, date a girl4 de school/de bioscoop gaat uit • school/the film is over5 men is ervan uitgegaan dat … • it has been assumed/taken for granted that …van een veronderstelling uitgaan • make an assumption6 een brief (met richtlijnen e.d.) doen uitgaan naar de afdelingen • send out a letter (containing guidelines etc.) to the departmentsonze gelukwensen gaan uit naar je broer • we extend our congratulations to your brotherer gaat niets van hem uit • there's no push in him, he's so passiveer gaat een ongemene kracht van hem uit • he radiates an unusual powerer gaat een geweldige invloed van haar uit • she emanates/exerts/wields an enormous influence7 deze concerten gaan uit van een vereniging • these concerts are organized/staged by a societyhet plan ging uit van de regering • the plan originated with the Governmentonze gedachten gaan uit naar een Perzisch tapijt • we were thinking of a Persian rugop een jurk uitgaan • shop for a dress -
19 uitslaan
2 [door slaan uitdrijven] drive/knock out3 [door slaan verwijderen] beat/strike out4 [zuiveren] shake/beat out6 [pletten] hammer/beat (out)7 [uiten] utter, talk8 [buiten het speelveld slaan] strike/hit out♦voorbeelden:3 het stof uitslaan • beat/shake out the dust1 [naar buiten komen] break/burst out♦voorbeelden:1 een uitslaande brand • a blaze/conflagration -
20 begeven
1 [kapotgaan] break down ⇒ fail, 〈 instorten〉 collapse, 〈 doorzakken, doorbreken〉 give way, 〈 informeel〉 conk out♦voorbeelden:II 〈wederkerend werkwoord; zich begeven〉1 [ergens heengaan] proceed ⇒ embark ((up)on) 〈 reis, onderneming〉, adjourn (to) 〈 naar andere kamer〉♦voorbeelden:zich onder de mensen begeven • mingle with other peoplezich op het slechte pad begeven • go astrayzich op weg begeven (naar) • set out (for)
См. также в других словарях:
break out — {v.} 1. To begin showing a rash or other skin disorder. Often used with with . * /He broke out with scarlet fever./ 2. To speak or act suddenly and violently. * /He broke out laughing./ * /She broke out, That is not so! / 3. To begin and become… … Dictionary of American idioms
break out — {v.} 1. To begin showing a rash or other skin disorder. Often used with with . * /He broke out with scarlet fever./ 2. To speak or act suddenly and violently. * /He broke out laughing./ * /She broke out, That is not so! / 3. To begin and become… … Dictionary of American idioms
break out — [v1] happen, emerge appear, arise, begin, burst forth, commence, erupt, explode, occur, set in, spring up, start; concept 701 break out [v2] escape abscond, bolt, break loose, burst out, bust out*, depart, flee, get free, leave; concepts 102,195 … New thesaurus
break out — ( )brā kau̇t vi 1) to be affected with a skin eruption and esp. one indicative of the presence of a particular disease <breaking out with measles> 2) of a disease to manifest itself by skin eruptions 3) to become covered with <break out… … Medical dictionary
break out — (something) to make food or drink available. Break out the champagne and drink to the couple s health! … New idioms dictionary
break out — ► break out 1) (of something undesirable) start suddenly. 2) escape. 3) informal open and start using (something). Main Entry: ↑break … English terms dictionary
break out in — ► break out in be suddenly affected by an unpleasant sensation or condition. Main Entry: ↑break … English terms dictionary
break-out — see break n.1 1 b … Useful english dictionary
break out — index escape Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
break|out — «BRAYK OWT», noun, adjective. –n. 1. the act or condition of becoming free of or escaping (from): »a breakout from prison. 2. = breakthrough (def. 1). (Cf. ↑breakthrough) –adj. outstanding and noticeably successful: »a breakout performance that… … Useful english dictionary
break out — phrasal verb [intransitive] Word forms break out : present tense I/you/we/they break out he/she/it breaks out present participle breaking out past tense broke out past participle broken out 1) if something bad such as a war or disease breaks out … English dictionary